Dit platform staat in het teken van de estate planning of nalatenschapsplanning. Dat is niet alleen een kwestie van erfrecht. Ook de relationele en de familiale verhoudingen spelen een belangrijke rol. Ruime aandacht derhalve ook voor de vermogensovergang door middel van schenkingen, voor de financiële afwikkeling van een huwelijk en voor de belastingen rond een en ander.
Het idee te veel belasting te moeten betalen, houdt veel mensen uit de slaap. Veel aandacht wordt dan ook besteed aan de legale mogelijkheden om de fiscus in het zand te laten bijten. Maar daarbij zal niet uit het oog worden verloren dat harmonieuze familieverhoudingen en eenvoud ook wat waard zijn. Soms moet om die reden niet voor de goedkoopste oplossing worden gekozen.
Verwijzingen naar uitspraken van rechters en in de vakliteratuur geuite meningen zal de lezer niet aantreffen. Daar zijn andere boeken voor. Het gebruik van juridisch-technische taal wordt zoveel mogelijk gemeden. De term ‘estate planning’ wordt enkel gebruikt omdat deze breed is ingeburgerd.
Dit platform beoogt het recht en de praktijk rondom schenken en erven toegankelijk te maken voor degenen voor wie het bestemd is. Voor u.
Samenleven en estate planning
In dit onderdeel wordt de financiële gevolgen van het huwelijk, het geregistreerd partnerschap en het ongehuwd samenleven op financieel gebied uit de doeken gedaan voorzover dat voor de nalatenschapsplanning interessant is.
Aan het geregistreerd partnerschap wordt weinig bijzondere aandacht besteed. De financiële gevolgen daarvan zijn dezelfde als die van het huwelijk. Ook het geregistreerd partnerschap loopt via de burgerlijke stand en mag dus niet verward worden met het samenleven op basis van een samenlevingscontract.
Als iemand in gehuwde staat overlijdt, kan de omvang van diens nalatenschap pas worden vastgesteld nadat het huwelijk netjes is afgewikkeld. Was de erflater niet getrouwd maar als partner bij de burgerlijke stand geregistreerd (geregistreerd partnerschap), dan geldt hetzelfde. Huwelijk en geregistreerd partnerschap worden door de wetgever in dit opzicht gelijk behandeld. In beide gevallen ontstaat, als niet iets anders is overeengekomen, op het gemeentehuis door de enkele ondertekening van de akte de zogenoemde algehele gemeenschap van goederen. Dat is een soort wonder. Wie als alleen-eigenaar van een huis met de aanstaande bruid het stadhuis betreedt, komt in het bezit van een half huis naar buiten. Op wonderbaarlijke wijze heeft de bruid een half huis verkregen, hoewel ze wellicht alleen interesse had in de man zelve. De formalisering van de relatie werkt algemeen en over en weer. De jurist noemt dat ‘boedelmenging’.
Uitsluitingsclausule
Zo’n uitsluitingsclausule wordt vooral gemaakt om te voorkomen dat bij echtscheiding de voormalige schoonzoon of schoondochter profiteert van hetgeen het kind van u gekregen heeft. Daar heeft u naar alle waarschijnlijkheid niet voor gewerkt.
Deze laatste toevoeging kan vooral voor de heffing van successierecht van veel belang zijn.
Het ontstaan van de wettelijke gemeenschap van goederen kan worden voorkomen door vóór de plechtigheid bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden aan te gaan bij de notaris. Door middel van een dergelijke overeenkomst wordt dan een afwijkende regeling getroffen. Vaak wordt bijvoorbeeld afgesproken dat weliswaar de vermogens gescheiden blijven maar dat hetgeen door arbeid wordt verdiend samen wordt gedeeld. Op die manier wordt de gelijkheid tussen de partners gediend. Degene die, al dan niet toevallig of ongewild, geen of minder inkomsten verwerft, geniet dan toch mee van hetgeen de ander verdient.
Als de huwelijkse voorwaarden een volledige scheiding van vermogens inhouden en ook niets wordt verrekend, spreekt men van ‘koude uitsluiting’. In feite bestaat dan dezelfde situatie als vóór het huwelijk bestond. Het belangrijke verschil is dat echtgenoten, anders dan ‘gewone’ samenlevers, jegens elkaar een verzorgingsplicht hebben. Zij moeten elkaar ‘het nodige’ verschaffen, hetgeen niet als ‘het broodnodige’ mag worden uitgelegd.
Verrekenstelsel
Bij het periodiek verrekenbeding gaat het om een afspraak dat overgespaarde inkomsten door de echtgenoten jaarlijks zodanig worden verrekend dat uiteindelijk ieder de helft van de totale inkomsten geniet. Vaak wordt de verrekening beperkt tot inkomsten uit arbeid , zoals loon en salaris. Daar is alle reden voor omdat juist die inkomsten veelal moeten worden beschouwd als gezinsinkomsten. De taakverdeling brengt vaak met zich dat de ene echtgenoot meer inkomen verwerft dan de andere. Dat mag echter niet tot gevolg hebben dat de een daardoor ook meer vermogen kan vormen dan de andere. Dat is niet rechtvaardig.