Estate planning bij testament

Estate planning is niet voorbehouden aan vermogende personen. Naar gelang van de samenstelling van het vermogen en de familiale verhoudingen kan meer of minder vermogen tot actie nopen.

Ten tijde van het maken van een testament is doorgaans nog veel onzeker. Hoe groot is het vermogen op de sterfdag? Wie sterft het eerst? Hoeveel jaren zal de langstlevende echtgenoot overleven? Hoe is het tegen die tijd met de kinderen gesteld? Zijn er dan kleinkinderen? Hoe ontwikkelt het successie- en schenkingsrecht zich? Kortom, de estate planner gaat van nogal wat veronderstellingen uit. De berekeningen die hij maakt of kan maken, zijn in dit opzicht zo zacht als boter.

De goede estate planning leidt er, waar mogelijk, toe dat beslissingen omtrent hetgeen met het vermogen moet geschieden worden uitgesteld tot na het overlijden. Pas dan staat vast hoe de vlag erbij hangt. In de praktijk wordt dan ook vaak gewerkt met het zogenoemde keuze-testament, ook wel combitestament genoemd.

Gehuwden met gemeenschappelijke kinderen

In een keuze- of combitestament wordt aan de langstlevende echtgenoot een keuze geboden tussen twee regelingen. Als uitgangspunt geldt dat de langstlevende echtgenoot de dienst uitmaakt. Ervan uitgaande dat dit de vrouw is.

Vooreerst verklaart de erflater de wettelijke verdeling van toepassing. Dat betekent dat de langstlevende echtgenoot alle goederen van de nalatenschap krijgt en alle schulden voor haar rekening moet nemen. De kinderen moeten genoegen nemen met een niet-opeisbare vordering. Die vordering is groter naarmate het erfdeel van de echtgenoot kleiner is. Zoals eerder opgemerkt, wordt het erfdeel van de langstlevende echtgenoot nogal eens op eenhonderdste deel gesteld zodat de oprenting bij de kinderen meer effect sorteert. In het testament wordt voorts iets bepaald over de rente en over de feiten die leiden tot opeisbaarheid van de vorderingen.

Doordat de langstlevende echtgenoot alle goederen verwerft, ongeacht de grootte van haar erfdeel, komt ook de waardestijging van de goederen haar ten goede. Dat leidt in beginsel tot vergroting van haar toekomstige nalatenschap. Wenst zij een onroerende zaak over te dragen aan een kind, dan wordt overdrachtsbelasting geheven. Naar gelang van de hoogte van de rente die verschuldigd is ten aanzien van de vorderingen van de kinderen, wordt de waardestijging van de goederen gecompenseerd of zelfs overtroffen door de waardestijging van de vorderingen. Doet het laatste zich voor, dan wordt de omvang van de nalatenschap van de langstlevende echtgenoot per saldo kleiner, hetgeen positief uitpakt voor het in de toekomst verschuldigde successierecht.

Gehuwden met kinderen uit een eerder huwelijk

Wie na een eerder huwelijk, waaruit kinderen zijn geboren, opnieuw in het huwelijk treedt, kan in het algemeen niet om een testament heen. Zelfs niet als hij of zij wenst dat de tweede echtgenoot erfrechtelijk in een zo sterk mogelijke positie komt. Maar alvorens het zover is, moet nog bezien worden of het hertrouwen als zodanig financiële gevolgen heeft.

Als zonder huwelijkse voorwaarden wordt getrouwd, treedt de wettelijke gemeenschap van goederen in. Als de hertrouwende persoon vermogend was en de nieuwe partner niet, treedt door de ondertekening van de huwelijksakte al een forse belastingvrije vermogensverschuiving op (boedelmenging). Dat is nog tot daaraan toe, maar wat gebeurt er met het vermogen dat de tweede echtgenoot aldus verkrijgt bij zijn of haar overlijden? Mag dat worden verkregen door zijn of haar familie? Of dient dat vermogen of het restant daarvan dan terug naar de familie te gaan? De tweede echtgenoot kan ervoor zorgen dat de (stief-)kinderen erven hetgeen van hun vader afkomstig is. Maar bedenk wel dat een uiterste wilsbeschikking in die richting steeds herroepelijk is. U kunt bij testament niet regelen dat hetgeen op het stadhuis door uw echtgenoot werd verkregen, na diens overlijden bij uw kinderen terechtkomt.

Ongehuwd samenwonenden zonder kinderen

Het wettelijk erfrecht is alleen verbonden aan het huwelijk en het geregistreerd partnerschap. Ongehuwd (en niet geregistreerd) samenwonenden erven volgens de wet niet van elkaar. Dat is zeer verdedigbaar omdat de ongehuwd samenwonenden het bestaan van hun relatie in de privé-sfeer houden en deze niet publiek maken via de burgerlijke stand. Het erfrecht vereist zekerheid. Het verschil tussen een kostganger, een logé, en een vriend is vaak niet goed zichtbaar. Mensen liegen erop los als het hun uitkomt.

Het feit dat de wet geen plaats inruimt voor de niet-huwelijkse partner hoeft geen reden voor treurnis te zijn. In het testamentair erfrecht wordt de ‘levensgezel’ met sympathie omringd. En ook op het gebied van het successierecht is geklaag niet gepast